Over dik een week beginnen we weer. Ik merk dat ik er een beetje tegenop zie, het nieuwe gebouw. Het ligt in mijn natuur om open de open werkruimte tegemoet te treden en te zien wat dat weer brengt. Dat ga ik dus doen.
Het tegen opzien gaat dus niet om wat er is, maar om wat er niet meer is: onze werkkamer.
Nochtans hebben we het keurig volgens het boekje gedaan als het gaat om afscheid nemen. Dankzij een collega hebben we zelfs een hele dag afscheid genomen van de werkkamer tijdens een edelwandeling met etentje achteraf. Ik merk dat ik het belangrijk vind om toch nog even op te schrijven waarom die werkkamer me zo dierbaar is/was.
Vanaf dag 1 in het onderwijs, nu dik 7 jaar geleden, was kamer D202 mijn werkkamer. Wim was diegene die officieel was toegewezen om me wegwijs te maken. Dat heeft hij ook prima gedaan. En hij was niet de enige. Ik kon op ieder moment iedereen wat vragen. Meestal werd ik uitvoerig geholpen, een enkele keer gaf iemand aan geen tijd te hebben.
Docentencursus
Toen kwam in dat eerste jaar de docentencursus. Met drie man sterk uit de werkkamer gingen we erheen. Fijn om niet alleen te gaan, fijn om samen de verwarring door te maken van leren over andere onderwijs- en toetsvormen. Samen door de berg werk en de spanning over het halen van het certificaat. De ondersteuning aan de zijlijn van de overige medekamergenoten.
Intervisie
Vervolgens ontstond drie jaar geleden het idee van een intervisie. Met vijven uit de werkkamer begonnen we eraan. Later kwamen er nog anderen bij. Het leverde tijdens die drie jaren al zoveel op. Door de grote vertrouwelijkheid en veiligheid in de groep en de professionele inbreng van de intervisor bespraken we persoonlijk professionele onderwerpen die er voor mij erg toe doen. De onderwerpen die voorbij kwamen, soms meerdere keren waarbij de diepgang vaak steeds groter werd: Verantwoordelijkheid dragen – bij de ander (kunnen/ durven) laten; Identiteit/ erkenning/ drijfveren werk; Hanteren van grenzen in relatie tot loyaliteit en verwachtingen/ eisen organisatie; Didactiek en omgang met studenten; Spanningsveld tussen inzetplanning – reële werkzaamheden; Veranderingen in het werk, verandering van de studenten; Werkrelaties in de opleiding en faculteit; Cultuur ACC/BE en de impact daarvan op je gedrag en betrokkenheid; Persoonlijke aspecten die werkbeleving beïnvloeden; In balans – uit balans
Dialoogtraining
Later ontstond het idee van het gezamenlijk volgen van een dialoogtraining, ook weer in onze werkkamer. Die volgden we met z’n tienen waarvan zeven uit de werkkamer. Mooi aan zo samen een intensieve cursus volgen is dat het je helpt om elkaar nog meer te ondersteunen op een constructieve manier. Erg waardevol ook dat het gevolg was dat we in de nazit spraken over wat voor nieuw onderwijs we graag wilden en daar intensieve experimenten uit volgden. Het zegt wat over de band en het vertrouwen als je bereid bent om samen zo’n intensief experiment aan te gaan en het zegt iets over trouw als je dat samen tot het einde toe afmaakt, ook al is het lastiger en kost het zoveel meer tijd (=vrijwilligerswerk) dan je gedacht had.
Curriculumontwerp
Vorig schooljaar hebben we met een groep van 10 mensen het visiedocument voor onze opleiding geschreven. 4 ervan waren uit onze werkkamer, 5 uit de groep van de dialoogtraining. In dat visiedocument geven wij richting aan ons curriculum door onze visie op het beroep, onderwijs en toetsing te beschrijven. Deze visie gaat als basis dienen voor de vormgeving van de curricula van de opleiding bedrijfseconomie en accountancy. Mij heeft in dat traject geholpen dat ik kon vertrouwen op de onderlinge band/vertrouwen/manier van communiceren. Mooi dat dat voor de hele groep ging gelden en we in het eerste deel van het traject nog beter leerden om constructief met conflicten om te gaan.
Altijd aanwezige aandacht
Menig keer in al die jaren kwam ik mopperend/verdrietig de veilige haven van de werkkamer binnen. Dan was er iemand die eerst luisterde en me dan vroeg waarom ik het dan niet anders deed en wat ik dan nodig had om het anders te gaan doen.
Ook als ik blij de kamer kwam binnengewalst omdat iets gelukt was of erg leuk was geweest, was er weer iemand bereid om op te kijken van zijn werk, te luisteren en mee te genieten, te vieren, te lachen. Die ook echt begreep waarom dat voor mij zo fijn was omdat hij/zij het voortraject kende.
Heerlijk en een enorm cadeau als je je realiseert dat dat altijd eigen tijd van die andere docenten is. Op onze takenplaat staat namelijk nergens een post voor “ondersteuning collega’s”. Het mooie is dat als je zo’n cadeau krijgt het heel vanzelfsprekend is om het op een ander moment verder te geven.
Broedplek
Het was voor mij een werkkamer waar veiligheid en aandacht was. Een plek waar ik het aandurfde om mijn kwetsbaarheid te laten zien, aan te geven wat nog niet lukte, mijn wensen uit te spreken. En daarmee was het voor mij een broedplek. Want uit die mix van openheid en aandacht ontstaan bij mij ideeën, het lef om te experimenteren, kreeg ik hulp.
Begrensd
Zelf vind ik het erg lastig om met 30 a 40 collega’s een intensieve vertrouwensband op te bouwen. Om aandacht te hebben voor wat er bij hen speelt, om met kleine attenties bij verjaardag/overlijden/geboorte/ziekte te laten weten dat je aan ze denkt. Daarom was voor mij die begrenzing van de werkkamer zo fijn. Het was een natuurlijke grens, binnen die grens zorgden we net iets beter voor elkaar. Het vertrouwen dat als iedere werkkamer dat doet, er voor iedereen aandacht/zorg is.