Toen ik begon met doceren was dat in de veronderstelling dat ik het meeste van mijn tijd zou spenderen samen met studenten. Passie en interactie zouden zorgen voor leren. Is dit nou naïef of de toekomst.
Pedro de Bruckere (waar ik veel van leer via Twitter/blog) vatte het in onderstaande video als volgt samen:
“Jongeren willen leerkrachten ontmoeten om reallife iets bij te leren. Hiervoor willen ze leerkrachten met gedegen vakkennis en vooral passie en liefde voor het vak. En die leerkrachten moeten op de meest effectieve en efficiënte manier zinvol lesgeven.”
En wat blijkt mijn voornaamste energiebron te zijn: dat contact met de studenten, erbij zijn als ze iets bijleren. Wat blijkt tot mijn schrik. Als ik kijk naar mijn urenverdeling voor deze les-taak: BE, semester1, 2 lesgroepen 24 studenten). Dan ben ik daar officieel maar de helft van de tijd mee bezig.
In werkelijkheid kosten de voorbereidingen en de toetsen nog meer tijd dan begroot. Waarom zijn wij niet als een gek bezig om toetsen te digitaliseren. Om tijd vrij te maken voor contact. En zeg me niet dat het niet kan. Twintig jaar geleden vulde ik tijdens tentamens al kaartjes in die door de computer werden gelezen. Het is een kwestie van willen.
(Twee opmerkingen bij de analyse. Ik blijk, onwetend van de verschillen tussen faculteiten, gekozen te hebben voor een faculteit met relatief veel contacturen en gedegen kennistoetsen)