Ik hoorde gister dat er uren beschikbaar zijn voor de (innovatie van) de gemeenschappelijke propedeuse. Wat fijn! Overdacht net onder de douche wat problemen die ik de afgelopen dagen tegenkwam in de voorbereiding ervan. Zocht naar wat ik miste en dacht: “Dialoog”
De onderwijsvormen die ik betitel als positieve uitzondering hebben gemeen dat ze met elkaar praten over hun/goed onderwijs, veel praten. Dat ze met elkaar de verantwoordelijkheid nemen daar tijd voor te maken.
Als ik het zou mogen regelen, die gemeenschappelijke propedeuse, zou ik werken met een ontwerpkamer en een vaste ochtend (40x 3 uur dus) waarop alle ontwerpers/ontwikkelaars aanwezig moeten zijn. Wordt gewoon ingeroosterd. En dat moeten is niet erg, dat is een committent dat je aangaat als je deel gaat uitmaken van het team.
Waarom:
- Het creëert ruimte (plaats en tijd) voor ontmoetingen tussen de teamleden.
- Het creëert een plek waar de verandering zichtbaar wordt en je dus als niet-teamlid/wel stakeholder (studenten/mededocenten/externen) kan kijken en feedback geven. Dat betekent dus wel dat die kamer volhangt met flipovers, post-its en andere inspiratie.
- Het creëert dus ruimte voor community. En community is de basis voor onderwijs dat “samenhangt”
De risico’s 🙂
- Je loopt kans dat deze 15 mensen een hecht team worden. Je zal erop moeten vertrouwen dat dat een team is dat open blijft naar de rest van de faculteit.
- Je loopt kans dat deze mensen echt met “ander onderwijs” aan de slag gaan. En dat de rest nog niet meedoet. Dat is ok. Er is altijd een groep die het makkelijker vindt om nieuwe dingen te doen en daarbij oude manieren/vormen los te laten.
Wat heeft zo’n groep nodig:
- Tijd, daar is dus geld voor.
- Een helder doel waarnaar zij zich kunnen richten. Liefst gewoon een paar zinnen. Hoe meer het doel is ingevuld, hoe meer drempels het team zal moeten overstappen om creatief te zijn.
- Het vertrouwen dat wat zij bedenken/uitvinden uitgevoerd gaat worden. De rol van buitenstaanders is verrijken/versterken, liefst zo vroeg mogelijk in het proces. Dat vertrouwen verdient dat team omdat het vakmensen zijn (kennis van inhoud/voorwaarden toetsing en didactiek/pedagogiek), met hart voor onderwijs, faculteit, student. En omdat ze zelf de eerste “uitvoering” gaan doen.
Hebben jullie nog aanvullingen?
Ps Ik ga alvast beginnen door een ontwerpmuur te maken voor mijn expeditie.
Judith van Hooijdonk 25 mei 2014
Tijd en ruimte voor het ontwerpen van een curriculum is belangrijk. Ook oog voor vernieuwig. En dan denk ik natuurlijk ook aan ICT. Als je niet weet welke mogelijkheden beschikbaar zijn, kan je ook geen goede afgewogen keuze maken waarom je het wel of niet zou inzetten. Ik ben een sterk voorstander vsn een ontwerpteam waar ook een instructional media designer in zit (verstand vsn nieuwe media), een informatiespecialist (als hulp bij zoeken naar open online onderwijsmateriaal, met oog voor auteursrechten) en een onderwijskundige die een diversiteit van didactische werkvormen beheerst. En dan samen met de vakinhoudelijke een nieuw curriculum ontwikkelen.
Ilse Meelberghs 26 mei 2014
Super aanvulling Judith. Ik word al helemaal blij bij het idee alleen al. 🙂
Ilse Meelberghs 26 mei 2014
Enne, liefst ook nog een specialist op “nieuwe” toetsvormen.