Aan de keukentafel heb ik alle nieuwe docenten/eerste lessen van mijn puberzonen voorbij horen komen. Vooronderstelling wordt bevestigd.
- In zo’n eerste les zet je als docent de toon. Tot op heden ben ik nog niet zo tevreden over mijn 1ste les als het daarover gaat.
- Bovendien vinden ze het fijn als de structuur duidelijk wordt.
D’r is de laatste weken zo te hooi en te gras veel tijd gaan zitten in nadenken over die toon, die structuur en “how it makes the students feel” (nav de bovenstaande spreuk van Maya Angelou)
De toon
Ik worstel met “de toon bondig en interactief”
Ik weet dat ze gaan worstelen met de stof en dat daar geen weg omheen is. Dat ik dat niet ga oplossen door alles voor te kauwen. Dat ik dat ga doen door hen te helpen om te leren leren met elkaar. Hen te leren hoe je bedrijfseconomie leert met de middelen die door ons docenten ter beschikking worden gesteld. En ik weet dat iedereen die werkt tot hij/zij “het kan zonder hulp, het liefst het kan uitleggen aan een ander” met zeer grote waarschijnlijkheid slaagt voor het tentamen. En dat ze ook daar allemaal mee gaan worstelen.
En dus zocht ik nog maar eens uit wat de “kern is van de toon”. De toon die integer is. Wat voor mij wil zeggen dat ik die toon ook op andere plekken belangrijk vind en zelf laat zien, niet alleen in de les.
Zocht daar vragen bij die ik aan hen ga stellen. Vragen waarbij ik geen enkel antwoord veroordeel. Zodat we op die manier elkaar een beetje leren, wat we belangrijk vinden in het werken. (Als ik het durf laat ik ze lopen door het lokaal. Alle zelfde antwoorden bij mekaar in een hoek)
We zijn er (eerst) voor diegenen die door te werken laten zien dat ze het graag willen, voor hen die focussen op het doel halen.
Wie verdient hulp (in de les)?
* Diegene die gewerkt heeft, thuis of in de klas
* Diegene die meteen begint met vragen stellen
Allebei. Alleen is de kans groter dat iemand van de tafelgenoten de vragen van de tweede snel kan beantwoorden. Of dat je met iets langer nadenken het antwoord al zelf weet. En dus geven we voorrang aan diegene die al geprobeerd heeft en er niet uitkomt.
Iedereen mag in zijn eigen tempo werken, als er maar stapjes gezet worden.
Wie heeft vorig jaar hard gewerkt om het te halen?
* Ja, ik heb vorig jaar gewerkt om het te halen.
* Ik moest vorig jaar geen moeite doen om het te halen.
Diegenen die al gewerkt hebben om het te halen hebben een voorsprong. Zij verdelen het werk vaak beter over de periode. Het verschil in snelheid van begrip kan in de les zelf soms een half uur schelen. Dat is niet erg. Op het tentamen vragen we niet hoe lang je er over deed om het te kunnen. Daar telt alles wat dan lukt.
Samen(werkend) kom je verder dan alleen.
Wat is het belangrijkste bij dit vak.
* Leren samenwerken
* Het tentamen halen
* Bedrijfseconomie leren begrijpen en gebruiken.
Alledrie:
We focussen hier op het tentamen halen.
Ik weet dat samenwerken hieraan helpt. (Minder snel stoppen als iets niet gaat, omdat diegene bij je aan tafel net die tip geeft waardoor je weer verder kan, omdat je bij het uitleggen aan een ander ervaart wat je al wel en niet begrijpt.)
Om niet maar gewoon een kunstje te herhalen is het nodig dat je begrijpt hoe het past in het grotere geheel en je dus bedrijfseconomie leert begrijpen en toepassen.
Ik kan slecht tegen een hoop herrie (als ik iets moeilijks moet doen)
Als jullie iets moeilijks moeten studeren
* Dan heb je graag stilte en ga je alleen zitten.
* Dan zet je de muziek keihard aan en er mogen gerust andere mensen bijzitten.
Het lastige is dat we er in de les voor moeten zorgen dat de mensen met een voorkeur voor het eerste zich ook kunnen concentreren. Lastig omdat als je met dertig mensen overlegt, het al gauw veel geluid is. De klasopstelling schijnt (volgens studenten vorig jaar) oa te helpen om je wat meer af te sluiten voor wat er in de rest van de klas gebeurd.
We bouwen aan het vertrouwen dat het kan lukken, dat tentamen halen.
Ik begin pas aan een opgave als ik weet dat ik hem helemaal kan
* Ja, ik vind het fijn om zeker te weten dat iets gaat lukken voor ik er aan begin.
* Nee, ik begin gewoon en zie wel wanneer het niet meer lukt.
Antwoord ja kan, dan leer je vaak minder snel. Vaak blijk je al veel van een opgave te kunnen. Op een of 2 punten lukt het dan niet. Dat is het meest effectieve moment om te stoppen en hulp te vragen. Op een tentamen hoef je ook niet alles goed te hebben. Je moet in staat zijn om zoveel mogelijk te laten zien wat je wel kan.
Ik heb de kernwoorden uit bovenstaande op een geplastificeerd vel gezet. Zal die ophangen en als studenten dat willen kunnen ze het verhaal achter de foto’s (komen van onze vakantie) krijgen.
De structuur
Hoe vertaalt zich het bovenstaande nu in de structuur van de les.
Ik heb het even handmatig getekend:
Nu is dat wellicht te abstract. Wat moet je dan als student doen.
We (docenten) hebben wat tips op een rij gezet. Die laat ik even eerst individueel invullen en dan in de groepjes bespreken. Het groepje waar je in zit is namelijk belangrijk voor hoe je kan werken in de les.
Tot slot
Ik weet dat ze het kunnen leren. Dwz als dit hun doel blijft tijdens het kwartaal. Sommigen leren namelijk dat ze dit helemaal niet willen leren of dat ze niet zoveel inspanning willen doen om dit te leren. En kiezen voor een andere studie.
Iedereen kan alles leren volgens het volgende filmpje. D’r zitten wat dingen in die ook op dit vak van toepassing zijn.
Kunnen jullie voorzien “how the students will feel” tijdens deze bijeenkomst.
.