Deze week kwam een blog voorbij over de tranen van de ondernemer:
De echte oorzaak is heel vaak de keiharde confrontatie met de toenemende ‘ondankbaarheid‘ : de vaststelling dat het voor steeds meer mensen nooit goed genoeg is. Werknemers, klanten, … ze verwachten van de ondernemer dat hij/zij Superman of Mega Mindy is : flexibel, begrijpend, genereus, attent. Ze verwachten het niet alleen, ze eisen het ook.
Net zoals wel meer mensen zie ik dat ook wel gebeuren in andere sectoren. Steeds meer of hetzelfde voor minder tijd/geld. Nooit genoeg. Ik zie het ook gebeuren in het onderwijs. Oa omdat geld en meetbare resultaten belangrijke focuspunten zijn geworden.
En iedere keer als we zeggen dat onderwijs/zorg/overheid/politie of wie dan ook niet goed genoeg zijn, zelfs kompleet anders moeten, dan raakt dat de mensen die binnen de grenzen van wat ze op dat moment weten en kunnen hun stinkende best doen. Dat raakt mij als je dat zegt over onderwijs.
Over hoe je ook kan reageren ervoer ik vorige week tijdens het ervaringsleren bij Ivy.
We moeten een opdracht doen die eindeloos duurt. Er lijkt geen middel te zijn om het sneller voor elkaar te krijgen. Wij vinden het als groep in ieder geval niet en ploeteren door. Ondertussen maalt het in mijn hoofd… dit moet sneller kunnen…d’r is vast een truc. Ik voel me tekort schieten omdat ik de truc niet doorzie. Vraagt de begeleider aan het eind. “Zijn jullie tevreden”. Tja … uiteindelijk ben ik dat (bijna) wel, we hebben het einde gehaald. En we hebben echt ons best gedaan. Zegt de begeleider: “Dan is het dus goed. Dan hebben jullie als groep met wat jullie nu weten en kunnen de voor jullie beste oplossing gekozen.”
En dus neem ik mezelf weer eens voor om eerst gewoon tevreden te zijn met wat al wel gelukt is. Mezelf en anderen niet te veroordelen omdat de oplossing nog niet optimaal is. Om dan de energie die dat geeft te steken in leren over de alternatieven. Om het de volgende keer nog beter te doen.
Tijdens het lezen van Weten is meer dan meten een hele tijd terug werd ik eraan herinnerd dat het een stroming is, die focus op winst en meten. Neo-liberalisme heet het volgens dat boek. En nu had ik tijdens de lessen economie/geschiedenis vroeger weinig met al die benamingen. Wat ik vooral ervan onthouden heb is dat ze voorbij gaan als er mensen zijn die met alternatieven komen en er mensen komen die kiezen voor die alternatieven. En voor die alternatieven voor het grotere geheel kijk/kies ik richting circulaire economy, blue economy, Rijnlands organiseren, peer to peer economy, lean startup, play petrischaaltjes, integrated reporting, waarderend perspectief, talentmanagement, verantwoord handelen, empathie. En jullie, waar kijken/kiezen jullie?