We zitten in de fase waar we ons punt aan de horizon “de zin” verder inkleuren. Hoe kunnen we het het best pedagogisch/didactisch inrichten opdat we daar komen.
Afgesproken was dus dat we ieder bij elk van die cijfers (= 9 woorden die volgens ons in die pedagogisch/didactische visie thuishoren) een zin gaan formuleren. Een “wat willen we ermee” in die didactische/pedagogische invulling. Helpend kon hierbij zijn om de vragen te stellen: wat zie ik dan, wat hoor ik dan, wat ervaar ik dan (ik kan student, docent of andere belanghebbende zijn).
Na een inleiding hebben we subgroepen gevormd en hebben ieder van ongeveer 3 woorden de zinnen doorgenomen. De bedoeling was om woorden op te schrijven die de overeenkomsten benoemden en woorden die een belangrijk tegengeluid weergaven.
In ons groepje besloten we om alvast hele zinnen uit te zoeken die het best de overeenstemming benoemden en daar de wijsheid van het tegengeluid aan toe te voegen.
Dat bleek, eenmaal plenair, erg goed te werken. Mensen kregen de opdracht om, terwijl wij de zin voorlazen, goed hun eigen zin in gedachten te houden en te voelen of er nog iets aan toe moest worden gevoegd. Vaak was dat nog wel het geval. De zinnen werden er beter van. De zinnen doen voor het overgrote deel uitspraken rondom relatie en autonomie. In de eerste 5 zit mi ook in ieder van die zinnen een verschil met nu. Zal dus uiteindelijk ook was leiden tot andere leerprocessen/leeromgeving.
Ergens gingen we sneller werken omdat de tijd bijna op was, probeerden we toch alles af te maken door de vergadering langer te maken. Van 1 zin werd besloten om het in een subgroepje uit te werken voor de volgende keer. De 3 zinnen ervoor werden door mij minder kwalitatief behandeld. Ik ging teveel mee in “het moet af”.
Toen kwam het huiswerk, iemand vinden die de zinnen gaat verzamelen en een besluit nemen wat de subgroepjes gingen doen in de komende weken. Toen ontstond er commotie. De groep miste nog iets om dat te kunnen doen. Omdat mensen dat duidelijk aangaven en de begeleider na de sessie doorvroeg in de kleinere groep dat er nog zat, kwam boven tafel wat dat is. Mooi!
De begeleider bracht in een mail achteraf dat wat we nu te doen hebben erg goed onder woorden. Ook hoe dat linkt aan de verschillen in gewenste snelheid/voortgang in de groep.
Mooi om nog te noemen was een ander punt waarop de groep duidelijk reageerde. Toen werd bedacht dat er een soort tussenvergadering zou komen om de volgende stap te bepalen (in eerste instantie tussen begeleider, 2 teamleiders en 1a2 leden) werd gereageerd. Liever een datum prikken waarop begeleider en teamleiders zeker kunnen. Om daarna iedereen uit te nodigen en dat ieder voor zich besluit of hij dan kan en wil aansluiten. Volgens mij werden hier de gelijkwaardigheid en de openheid “bewaakt”.
Wederom benieuwd naar het vervolg.
Judith van Hooijdonk 16 januari 2016
Mooi proces wat jullie samen zijn ingegaan. Dank voor het delen Ilse!
Ilse Meelberghs 16 januari 2016 — Berichtauteur
Dankje dat je de tijd neemt om dat even te vertellen. Keeps one going 🙂