Stel je eens voor dat een organisatie ‘stralend, gracieus, vol vreugde, beroerend, ongelooflijk magnetiserend en authentiek’ zou zijn. (pg 246)
Een charismatische organisatie. Omdat ik geloof dat het kan, en nog niet weet hoe het moet heb ik dit boek gelezen. In het kader op blz 247 wordt dan beschreven hoe je het kan leren, ontwikkelen.
-
Door het ontdekken van de bestaansgrond wordt authenticiteit ontwikkeld en ontstaat soeverein handelen en optreden.
-
Naarmate de aard van de bestaansgrond ‘het goede’ dient, de waarden van de organisatie de zorg voor haar omgeving tot uitdrukking brengt en dat in consequent handelen word omgezet, zal een ‘ongelooflijk magnetiserende’ werking ontstaan.
-
Gratie ontstaat uit diepe betrokkenheid bij wat gedaan wordt en het willen uitblinken in wat gedaan wordt. Door eindeloze oefening ontstaat de ogenschijnlijk moeiteloze en perfecte beweging.
-
Vreugde wordt ontwikkeld in doen ‘wat ertoe doet’, in het behalen van resultaten en in het samendoen, de vlekkeloze en vloeiende samenwerking met elkaar en binnen de keten van waardeschepping in een perfecte afstemming.
-
Wanneer dan vervolgens de positionering van de onderneming en haar merken in haar communicatie consistent ‘de lading dekt’ – de ziel van de onderneming daaruit spreekt- zal zij mensen beroeren.
-
Deze welsprekendheid vanuit wat de organisatie werkelijk motiveer, de gratie van haar bewegingen en de vreugde in het doel, zal tot een stralende verschijning leiden.
Het boek leest niet vlot weg. De grondigheid van de verdieping maakt het overzicht vasthouden lastiger. Gelukkig zitten er overzichtsafbeeldingen in het boek.
Wat heeft doorzetten me gebracht.
- Steviger staan als het gaat om de bestaansgrond van organisaties.
- Verdieping van het begrijpen van ‘verstoorde relaties’.
- Ervaren van de dimensies in het model.
De bestaansgrond van organisaties.
Organisaties zijn bedoeld om samen het goede te doen. Om dat wat alleen niet lukt, samen voor elkaar te krijgen. Deze video van 1 min maakt dat mooi visueel.
In het nawoord staat dit (pg 360). En van daaruit lijkt het boek ook geschreven.
Onze diepste werkelijkheid is dat we een gemeenschap zijn. Een gemeenschap van alles wat leeft. Dat is wat wij zijn. Ons hoogste doel is om de gemeenschap van alles wat leeft tot een hogere staat te brengen. Zonder uitzondering. Voor iedereen. Dat is wat wij ten diepste willen. Zonder uitzondering. Iedereen. Het hoogste geluk is de volheid van plezier in samenzijn met volledige aandacht voor wat zinvol voor je is.
Verstoorde relaties
Otto Scharmer en Jan Bommerez hadden bij mij het bewustzijn al gebracht dat alles draait om relaties. En dat als het ons niet lukt om samen het goede te doen, dat dat het gevolg is van verstoorde relaties. De relatie van onszelf met ons zelf, de ander, de natuur.
Voor mij verdiept het boek het aantal en de soort verbindingen, in jezelf en in een organisatie. En leert het me hoe ik de kwaliteit van die verbindingen kan waarnemen.
Bijvoorbeeld met citaten als (pg 222):
Volgens Wheatley (2006) moeten organisaties om gezonder te worden meer met zichzelf verbonden worden. Daaraan voeg ik toe dat de kwaliteit van de interne verbinding de conditie schept voor de kwaliteit van de externe verbinding. Dat geldt zowel voor organisaties als voor mensen. We onderscheiden 4 typen verbindingen tussen mensen in organisaties:
- spirituele verbinding
- mentale verbinding
- emotionele verbinding
- vitale verbinding.
In het bedrijfsleven doet men vooral een beroep op de vitale en mentale vermogens van mensen: denken en doen. Spirituele vermogens horen in het bedrijfswoordenboek blijkbaar niet thuis. En emotionele vermogens aanspreken is meestal ongewenst: het moet wel zakelijk blijven.
of met een schema met de energie in de verbindingen en hoe die zich uit (pg 278)
Meer dimensies
In hoofdstuk 4 gebruikt hij deze piramide om uit te leggen hoe het zit bij jezelf.
Om het vervolgens in hoofdstuk 5 toe te passen op de organisatie.
Bij organisaties wordt ieder onderdeel verdiept en samengevat in een kader. Ik neem hier het kader van Visie.
Schematisch wordt het samengebracht en gelinkt met algemeen bekendere bedrijfseconomische begrippen als bvb visie, corporate social responsibility met reputatie als KPI.
Ook geeft het informatie over wat je wat je waarneemt bij een hoog energieniveau in de onderdelen EN een vloeiende interactie ertussen.
En terwijl lk lees hoe onderstaand model onderdeel per onderdeel wordt verdiept gebeurt er in mijn hoofd iets bijzonders. Ik begin het driedimensionaal te zien en te voelen. Het voelt levend, met relaties/energiestromen die sterk kunnen zijn en verstoppen.
En ik concludeer dat als je een transformatie wil (in onderwijs) een sterke verbinding tussen visie, spirituele energie, SQ en structuur belangrijk is. EQ is wat maakt dat je je verbindt met die visie, bezield wordt.
Nog een keer een zin over visie uit het boek (pg 190):
Een visie geeft ons een gevoel van mogelijkheden, een visie geeft ons een gevoel van werken voor iets groters, boven onze nauwe, op ons zelf gerichte inspanningen en het verenigt ons met ons diep menselijk verlangen om buitengewoner en edelmoediger te worden dan we zijn.
En een laatste citaat. Voelt belangrijk om te vermelden al past het niet in het verhaal (pg 197)
Doen wat de klant vraagt, leidt tot faillissement. Begrijpen wat de klant nodig heeft is waardescheppend.