Het lag er al een tijdje, nu was de moment om het te lezen 🙂
Het handboek is een fijn boek omdat het coachen meerdere lagen aanraakt, ook die van individu als deel van het grotere geheel.
Een fijn boek omdat het alles ziet als fases van ontwikkeling. Ontwikkeling die tijd kost, zich niet laat dwingen, wel gericht kan worden aangepakt.
Ik heb wat ik belangrijk vond in een mindmap bij elkaar gezet. in het groen aanduidingen gemaakt van waar het mijn leerproces echt raakte.
- De omslag in de zelfsturing, daar was het overgaat van zelf doen naar volgen van … . De fase van Ik volg. De vragen die daarbij horen: Hoe vaardig is de client om een context te scheppen waarbinnen resultaten ontstaan; Is de client vaardig om zich ontvankelijk op te stellen voor invallen en tekens op de weg; Is de client vaardig om met zijn onbewuste processen te communiceren; Is de client vaardig om het verhaal van zijn leven te ontvangen? Voor de beeldvorming, Deze fase komt na die van Ik coach: Heeft de client voldoende vaardigheid om alle elementen te laten samenkomen ten gunste van voorgenomen doelen. En die volgt dan weer op de fase Ik stuur: Is de client vaardig om voorgenomen doelen op een effectieve en efficiënte manier te bereiken? Ik sta dus gewoon aan het begin van de fase IK VOLG.
- Het identificeren van een zingevend groter geheel. De vraag: In welk geheel situeert jouw ontwikkeling zich? Het zou voor de hand liggen als dat voor mij “de pionerende docenten” zouden zijn. Toch voelt het alsof er nog een andere groep is waar mijn ontwikkeling zich afspeelt, iets met vrouwen, levenskracht, contemplatie, spelen en niksen.
- Het bekwaam worden om te participeren aan het grote geheel. Het idee is dat je die groep identificeert, eigenaarschap pakt (ben je bereid om bij te dragen tot de ontwikkeling van het geheel waartoe je behoort) .
Dis is veel interessanter: we moeten meer onszelf zijn, authentieker onze stem laten horen, bekwaam worden om te participeren.
Wat geef je aan het grote geheel, wat ontvang je van het grote geheel.
Participerende identiteit is hoe het individu het geheel is.
Een geheel ontwikkelt zich alleen omdat de delen er zich toe engageren het geheel tot hun thuis te maken.
En wellicht dat je bij het lezen van mijn blog ook begrepen hebt… het is geen boek dat makkelijk wegleest. Ik vond het de moeite waard, ook omdat het op zoveel plekken mijn gevoel bevestigt over het hoe en wat van ontwikkeling.
En ik begrijp ook wat ik mis als het gaat om persoonlijke ontwikkeling in het curriculum.
Mijn hart gaat sneller kloppen van alle sporen, wel het minst van het spoor van de projecten. Ik kan heel blij worden van wat er gebeurt voorbij de “ik stuur” fase van zelfsturing. Ik hou het meest van transitietrajecten en vind het niet erg dat dat langere tijd (denk 3 jaren) kost.
En net het spoor projecten en de zelfsturingsfases “ik benoem/ik stuur” zijn het meest voorkomend in het curriculum. En doordat het beoordeeld “moet” worden is het ook vaak nog binnen een korte termijn groei laten zien.
Dat is dan ook weer helder :). Daar heb ik rekening mee te houden.