Deze week over emotionele beschikbaarheid. Ik kon, in mijn hoofd, een artikel van Phillip koppelen aan een ervaring in mijn bijeenkomsten met studenten deze week. Klopt die koppeling voor jou ook?
Het artikel
Het gaat over het stuk Hoe emotionele beschikbaar blijven? van Phillip Bailleur. De vragen onderaan het artikel triggeren een reflectie:
- Hebben we voldoende door bij welke jobs ‘emotionele beschikbaarheid’ centraal staat? Ik denk inderdaad dat bij docent zijn emotionele beschikbaarheid belangrijk is en dat we dat onvoldoende door hebben. Het kostte mij lig heel wat jaartjes “to figure it out”
- Hebben we door wat er nodig is om emotioneel beschikbaar te kunnen zijn? Ik heb inmiddels door wat nodig is om in het moment/die interactie met de studenten emotionele beschikbaar te zijn. Klaar om in het moment te zijn, de emoties op te merken en ernaar te handelen. Thuis aarden (wandelen/mediteren/geleerde verwerken), zorgen dat ik de klasruimte kan binnenstappen met een leeg hoofd. Alle gedoe buitenlaten. Een kwartier nemen voor de studenten binnenkomen en alles klaarzetten helpt daar erg bij. Ook energetisch de vorige activiteit afsluiten en deze starten helpt. En accepteren dat er veel gaande is in een lokaal, dat ik dat allemaal aanvoel, dat dat energie kost en dat ik niet met alles wat hoef te doen. Dat mag (achter)laten.
- Begrijpen we deze vaardigheid voldoende? Begrijpen we de onderliggende strategie of de dieptestructuur van die vaardigheid? Is die te ontwikkelen of aan te leren? Dat laatste is echt niet vanzelfsprekend, het vraagt bewust eraan werken om het te kunnen zijn, het heeft mij ruim 8 jaar gekost om het te leren. Bovendien is het ook afhankelijk van externe factoren (volgende vraag) om te lukken.
- Begrijpen we welke werkcontext we moeten creëren opdat mensen op lange termijn emotioneel beschikbaar zouden kunnen zijn en blijven? Voor ik mijn reflectie daarop geef, even een citaat:
Ondertussen ben ik zelf meer en meer bewust aan het worden van wat het van mij vergt, van wat ik nodig heb of van wat ik met mezelf moet doen om emotioneel beschikbaar te kunnen zijn. Voor sommige activiteiten moet ik mezelf eerder inhoudelijk voorbereiden: klopt mijn verhaal, is de volgorde en opbouw van mijn slides in orde, sluiten de oefeningen goed aan op elkaar, koos ik de juiste voorbeelden, … . Voor andere activiteiten moet ik vooral ruimte voelen in mezelf, leeg zijn, fysiek rustig zijn en dan moet ik me op een totaal andere manier voorbereiden. En ook dat vergt iets van mij weliswaar op een totaal andere manier.
Docenten moeten zich inhoudelijk voorbereiden (leerproces), praktisch (is alles in de ruimte kloppend met het leerproces) en emotioneel vrij (niets nodig hebben van de studenten, geen balast meenemen).
En als die drie allemaal in beweging zijn, is het flink lastig. Bijvoorbeeld een nieuw curriculum in steeds wisselende lokalen. Je leerproces is nieuw (kost extra inhoudelijke voorbereidingstijd), je maakt (vaak in het begin van de les, want tussenruimte zit er vaak niet in de roostering) een lokaal in orde voor dat leerproces. Bovendien voel je de hoge verwachtingen hijgen in je nek. Er is tijd/geld geïnvesteerd in het nieuwe curriculum en beter werkt het meteen goed. Probeer onder die omstandigheden maar eens emotionele beschikbaar te blijven. Dat toch doen betekent vaak dat je over je eigen grenzen heengaat.
Basisvoorwaarde is dat we zien dat die emotionele beschikbaarheid belangrijk is en het er samen over hebben wat daarvoor nodig is. Want dat zal voor eenieder anders zijn en toch zal er ook overlap in zitten. Dat zou kunnen betekenen dat er gaten van een kwartier in de roostering zitten, dat docenten een lokaal voor die dag wordt toegewezen, dat een ontlaadruimte voor aanwezig is. Dat voorbereidingstijd ook rekening houd met de tijd nodig om je hoofd vrij te maken.
- Zien we emotionele beschikbaarheid als een grondstof die bv. aan het einde van een loopbaan opgebruikt kan geraken of zien we het als een hernieuwbare bron? Je kan het dagdagelijks herbronnen is mijn ervaring. De boeiende vraag is of herbronnen bij de baan hoort of in je eigen tijd dient te gebeuren.
De bijeenkomsten
Ik voelde me een beetje vreemd, op de fiets, op weg naar mijn eerste bijeenkomsten met studenten dit schooljaar.
- Uitgerust (was dit jaar niet betrokken bij de introductie) en had die ochtend gewandeld met de hond, gemediteerd/ gevisualiseerd rondom mijn ondernemingsplan.
- Niet met een berg vragen van collega’s in mijn achterhoofd (heb geen coördinerende taak dit kwartaal)
- Nog geen lesplan voor de sessie van een uur in mijn hoofd. Wel al de avond ervoor alle benodigde documenten bij elkaar gezet en doorgenomen. En ik begeleid al 8 jaar het maken van ondernemingsplannen in de propedeuse.
En dus voel ik al fietsend in: wat is het moeilijkste aan het groepswerk ondernemingsplan en wat is het engste wat er moet gebeuren die bijeenkomst.
Het lastigste aan het ondernemingsplan is het samenwerken in groep. Om daarin een goeie start te maken vraag ik ze terwijl ze in een u-vorm achter tafeltjes zitten of ze hun eigen ervaringen met groepswerk op de middelbare school kunnen delen. Terwijl ze dat een voor een doen komt naar voren wat ik herken van andere jaren. Ze hebben zelden langdurig (meer dan 3 weken) samengewerkt. Succesfactoren zijn planningen maken, je eraan houden, het werk eerlijk verdelen en goed uitwerken/bij elkaar brengen, dezelfde verwachtingen hebben rondom wanneer klaar voor deadlines en hoe goed het moet zijn, samen plezier hebben.
Ik geniet ervan dat ik vanuit mijn ervaring hun ervaringen kan aanvullen. Dat ik daar geen oordeel bij voel, vooral waarneem en benoem. Ik weet, zonder daar bewijs voor te hebben, dat dat geen oordeel hebben helpt voor de studenten om de informatie beter op te nemen. Ze hoeven geen energie te steken in het bewust/onbewust reageren op het oordeel.
En ik geniet er stiekem van hoe hun toon en houding verandert als ik ze uitnodig om hun algemene verhaaltje aan te vullen met eigen ervaringen.
Het engste is het kiezen van de projectgroep. Ik wil graag dat ze dat zo bewust mogelijk doen en het niet laten afhangen van het alfabet of hun plek in de klas tijdens die bijeenkomst. En dus laat ik ze na dat eerste rondje opschrijven welk probleem hen bezighoudt/ergert. Dat kan namelijk de basis zijn voor het businessidee en het zou kunnen overeenkomen met een andere student. En laat ze opschrijven waar ze goed in zijn bij het maken van dat plan. Vervolgens vraag ik ze om te gaan staan. Wordt mijn jongleerbal weer boven gehaald en diegene met de bal zegt kort wat het probleem is en waar hij/zij goed in is en gooit naar de volgende. Ik begon trouwens.
Daarna vraag ik ze om bij elkaar ik het midden van de U te gaan staan. Benoem dat het eng is om een groep te kiezen omdat ze alleen de introductie en de informatie in deze sessie hebben. Eerste indruk dus. En laat ze vervolgens groepjes van 4/5 vormen
Daarna vraag ik ze om met z’n vieren bij elkaar te gaan zitten. En ik let daarbij op de tafelopstelling. Ik wil graag dat ze 2 aan 2 tegenover elkaar zitten omdat anders de “buitenranden” soms minder betrokken zijn. (in de volgende bijeenkomst benoemde ik nog eens dat de werkopstelling echt belangrijk is voor de betrokkenheid).
Ik vraag ze om met elkaar te verkennen welke afspraken ze willen maken/welke verwachtingen ze hebben, waar ze ieder goed in zijn. Heb ze als ondersteuning van ‘wat moeten we doen” de Rubric laten zien en de weekplanning (in de volgende bijeenkomst heb ik hen gevraagd die in hun onedrive te zetten en de deadlines van de eerste 3 weken (dag en tijd) doorgenomen). Dat allemaal verkennend mochten ze tot het einde van de sessie nog van groep wisselen. Omdat voorkeurenniet goed of fout zijn, maar omdat sommige dingen niet bij je passen (vb last minute werken vs iets vooraf klaar zijn)
Hoe pakte het uit.
Alle groepjes gingen aan de slag (afspraken/idee/praktisch-whatsapp groep, onedrivemap etc) en er heeft niemand nog gewisseld.
Het grappige is dat ik ervan overtuigd ben dat ik het zo soepel uit mijn mouw geschud kreeg omdat ik vertrouwde op mijn ervaring, met open hoofd/hart/wil (Scharmer) aanwezig was. En dat studenten op die beschikbaarheid reageren door makkelijker informatie op te nemen, verbinding met mij en elkaar te maken en open aan de slag te gaan.