D’r zijn een heleboel manieren om te wandelen/leren:
De struiners: Dwalen wat en doen ervaringen op. Zien rupsen oversteken, voelen de wind, horen het gras ruisen. Vragen zich af …
De doorsnee wandelaar: volgt een bekend pad. Bekend omdat ie gemarkeerd of al eerder gelopen is. Weet wat ie ongeveer kan verwachten. Geniet daarvan en van het hert dat oversteekt.
De gehaaste wandelaar. Strakke blik op de weg en doorlopen. De kans op onverwachte ontmoetingen is klein.
Ik ga als docent inmiddels als een doorsnee wandelaar op pad met de groep. Het gehaaste is er inmiddels vanaf. De ruimte om te struinen zie ik (nog?) niet in de klas. Die vind ik voor mezelf wel op Twitter. En ik geloof dat dit blog ook een beetje een fotoalbum van die struintochten aan het worden is.
Een andere docent Jeroen Spoelstra, over zwerven/struinen:
Jeroen Spoelstra 24 februari 2012
Mooi verhaal over de wandeling van de leraar en een mooie verdeling van struinen via wandelen naar gehaast lopen. De ruimte voor struinen kan je zelf creeeren in je onderwijs. Misschien moet je dat ook zo benoemen in de lessen.