Ik hoor geworstel bij collega’s die klassikaal lesgeven en heb ze beloofd even op blog te zetten hoe ik het inmiddels doe. En wat dat oplevert.
Dat kan ik dan trouwens mooi koppelen aan een reflectie over deel 3, Small Schools Big Ideas, hoofdstuk Student-Centered Teaching and Learning, de paragraaf “Student as worker, Teacher as Coach”.
Onderstaande vragen hebben mijn bewegingen in die lessen van het afgelopen kwartaal bepaald:
- Wanneer ben ik tevreden als het gaat om “samenwerken”?
- In hoeverre ik werk ik tijdens het lesgeven bewust aan het vergroten van deze vaardigheden/strategieën (habits of mind) bij studenten en mezelf.
- In welke mate hebben studenten invloed op wat er voor hen geregeld wordt in de les bedrijfseconomie?
- Hoe organiseer ik het uitdagen van studenten iedere les bedrijfseconomie?
- Weten de studenten mij ook uit te dagen? Waar word ik warm van?
- Hoe gebruik ik de les/klas-situatie bedrijfsecomie om van te leren
- Wordt meer verwacht van student bij bedrijfseconomie 3 dan de meesten goed kunnen volbrengen
- Zijn de condities in de school zodanig dat ik iedere student goed kan kennen
- Is er tijdens de les bedrijfseconomie tijd voor reflectie en werken in stilte
Als een soort van check keek ik net wat van dit schema op pg 198 ik al wel doe.
Geel gemarkeerd doe ik.
Inmiddels weet ik dat “alles ertoe doet” als het gaat om of dingen lukken of niet. En daarom zal ik proberen het “standaard” lesverloop zo volledig mogelijk te schetsen.
Vlak voor de les:
Klaarzetten tafeltjes, powerpoints en uitwerkingen klaarleggen, op het whiteboard de structuur van de les. Over de nieuwe klasindeling blogde ik al eens.
Dat zag er in het begin van de week zo uit bvb. Waarbij het uitval – en afvalresultaat nieuw waren in deze les.
Begin van de les:
Ik begin op tijd en in tegenstelling tot vroeger zijn de studenten meestal ook gewoon op tijd. Of ik word ingeseind via een klasgenoot waarom diegene later komt.
Na het welkom heten, een korte uitleg van de structuur, een vraag of er klassikale vragen zijn en in bovenstaande geval meteen aan de slag. Het uitval- en afval resultaat heb ik klassikaal uitgelegd (5min) aan het einde van de les. Toen ze daar waren bij het maken van de opgave. Hun keuze.
Dan loop ik de eerste keer langs alle groepjes en vraag iedere student waar hij/zij die les aan gaat werken. Het is namelijk niet verplicht om mijn schema te volgen. Ik heb dan ook even tijd om te luisteren naar de: “niet lekker, deze keer heb ik me voorgenomen wel te werken, net een ongeluk gehad met de auto/scooter, zwaar weekend, goeie voetbalmatch-ook gezien”. Op die manier krijg ik een beeld van wie waar mee bezig is en aan de gang gaat.
En stiekem ben ik er een beetje trots op dat ik in een aantal gevallen nog weet waar ze vorige les waren. Soms zie dat ze thuis flink opgeschoten zijn. En dat ik dat dan kan benoemen. Had ik 5 jaar geleden niet voor mogelijk gehouden.
Het hart van de les.
Studenten maken de opgaven. Omdat het tentamen ook “weten hoe”-opgaven zijn. Het werkschema is zodanig opgebouwd dat het steeds nieuwe dingen toevoegt. Alle uitwerkingen staan (samen met de relevante theorie) in een powerpoint. Die powerpoints zijn het hele kwartaal beschikbaar. Dus ook in de les kijken studenten naar de powerpoints op hun telefoon of tablet.
Dit in tegenstelling tot vroeger trouwens. Dat ging van:
- Nee uitwerkingen krijg je niet, anders doe je niets in de les.
- Naar, je krijgt de uitwerkingen na de les. Je let beter op als je de uitwerkingen nog niet hebt.
- Naar, och waarom ook niet. Het is je eigen verantwoordelijkheid dat je oefent tot je het kan.
- Dit dankzij studenten die aangaven onnodig vast te zitten omdat ze op het beschikbaar komen van de uitwerkingen moesten wachten.
Mijn ervaring is inmiddels dat studenten langer “het worstelen” volhouden als er een uitwerking achter de hand is.
Het moeilijkste van deze opgaven is namelijk weten wat je moet doen bij het lezen van de vraag. Daarna moet je kunnen bepalen welke getallen uit de opgave je moet invullen in de formules/schema’s.
Een deel van mijn tijd gaat op aan uitleggen dat het heel normaal is dat je dat niet meteen zonder uitwerking kan maken. Dat je de 1ste keer best gewoon de uitwerking erbij pakt en probeert te begrijpen wat er gebeurt en waarom. Dat het handig is om de theorie te gebruiken om beter te begrijpen waar je mee bezig bent. Omdat ze graag zoveel mogelijk zelf doen zit er trouwens vaak een tussenblad tussen waarop alleen het model en nog niet de ingevulde getallen staan.
Vervolgens geniet ik echt van de snelheid waarmee ze dingen aan elkaar uitleggen. Vaak hebben ze aan 1/2 zinnetjes genoeg om weer verder te kunnen.
Tijdens dat werken mag gegeten en gedronken worden, ramen worden opengezet, tafeltjes verzet, naar de wc gegaan worden, powerpoints zelf doorklikken. Dit omdat ik ooit leerde in een les stressmanagement dat invloed kunnen uitoefenen belangrijk is voor het welbevinden. En als dat niet gaat voor de grote dingen, dat dan kleine dingen kunnen helpen. Opdracht is dat de groep prettig moet kunnen werken.
En ja studenten houden ook wel eens mini-pauzes waarbij ze berichten op hun telefoon beantwoorden.
Wat ik verder doe in die lessen. Gewoon blijven checken of ik nog iemand kan helpen. Motiveren om toch nog even die volgende vraag te beantwoorden. Ik ga het volgende les eens checken maar ik denk dat ik iedere student toch 3 per bijeenkomst spreek (’t zijn er ongeveer 20).
Einde van de les.
Als je zelf meent dat je voldoende geleerd hebt of je echt niet meer kan concentreren. Dan is voor die student de les afgelopen. De student bepaalt dat zelf. Vaak gaat dat per tafeltje. Meestal blijven ze wel een uur, soms ook gewoon het hele anderhalve uur.
Wat levert het op?
- Ik ken mijn studenten en weet hoe ze werken.
- Ze werken in de les aan de opgaven en bespreken met elkaar hoe ze aan de uitkomsten komen (als het een van hen niet lukt).
- Stellen vast dat ze harder gewerkt hebben dan in vorige lessen.
- Zij maken huiswerk. Sommigen bestuderen de theorie.
- Ze ervaren de moeilijkheid van het vak nu al en weten wat ze nog moeten doen om het tentamen te halen.
- Vertellen me soms dat ze een eigen methode hebben gevonden om dit vak te studeren.
En dit alles niet altijd.
Maar voor mij loont het zeker voldoende om daarvoor wat “overtuigingen van het systeem” te negeren.
Er valt hier nog veel te winnen.
Dit is waar ik nu ben. Het beste wat ik nu kan. Binnen de huidige grenzen van mezelf en het systeem.
fransdroog 28 maart 2014
Weer mooi.
De praktijk beschreven. De wensen, de inzet en de uitvoering.
Het kan altijd beter. Maar dat vereist wel dat je blijft proberen.
Dat staat hier. Zoals het echt gaat.
Dank en succes met alle stapjes.
Ilse Meelberghs 28 maart 2014
Dankje Frans,
Leuk dat je me blijft aanmoedigen.
Vond dit: http://fdroog.wordpress.com/2014/03/22/en-wat-willen-leerlingen-dan/ een mooie stap van jou.
Jij ook succes.