Docent bedrijfseconomie en “gelovige in ondernemen voor een betere wereld”. Vaak scheid ik die rollen. Volg bij bedrijfseconomie wat voorgeschreven is en probeer op de achtergrond mee de voorschriften te veranderen. (van focus op winst naar focus op meervoudige waardecreatie).
Nu hadden we bij bedrijfseconomie deze week een PGO bedrijfseconomie. Klas gehalveerd (max 14 studenten). Gekozen was om deze PGO-sessie te gebruiken om studenten zich te laten inleven in de rol van de investeerder ahv 3 stellingen.
Die waren:
Stelling 1: Voor de investeerder is de persoon van de ondernemer belangrijker dan het ondernemingsplan bij de beoordeling ondernemingsplan.
Stelling 2: Voor de investeerder/bank zijn financiele kengetallen het belangrijkst.
Stelling 3: Het belangrijkste voor de bank/investeerder bij de beoordeling van het ondernemingsplan is dat het bedrijf het bedrijf een oplossing is voor de behoefte van de klant of de oplossing van een probleem in de maatschappij.
Ieder groepje had een andere uitwerking van de 7 stappen had ik vastgesteld in de eerste sessie. Op weg naar school had ik geen idee van hoe die lessen zouden lopen. Door de drukte van de week verwachtte ik niet dat de studenten tussendoor veel gedaan hadden. Ik heb een vierkant van tafels laten neerzetten en we zijn de bevindingen gaan delen.
Mooi detail: hun bevindingen eerder deze week werden op onderdelen bevestigd en aangevuld door de gastsprekers van de banken die deze week een hoorcollege verzorgden.
Na het delen van die bevindingen was er nog ruimte.
Ruimte pakken
Ik had de ruimte kunnen gebruiken om studenten opgaves rondom kengetallen te laten maken. Waarschijnlijk hadden ze dat voor de korte termijn (tentamen over 3 lesweken) nuttiger gevonden.
Ik heb gekozen om die ruimte te gebruiken om het gesprek te hebben over:
- professionele intuïtie. Ik zag ze namelijk gebruik maken van “intuïtie”. Niet heel diep graven om die intuïtie te onderbouwen of onderuit te schoffelen. Benoemd dat expertintuitie komt met leren en ervaring. En voorbeelden gegeven waar ik zag dat ze dat wel hadden gedaan, dat graven.
- het belang van inleven. Nu bij de presentatie ondernemingsplan, straks bij het solliciteren en het werk als accountant/bedrijfsecononoom.
- over Parijs/COP21. Waarom ik denk dat het steeds belangrijker zal worden dat ondernemingen een oplossing zijn voor een probleem in de maatschappij, de haast die we hebben met de veranderingen, de rol die economen daarbij kunnen spelen (oa niet in de weg gaan staan door alleen te focussen op winst, #divest) De reis naar Parijs en de films onderweg zorgden ervoor dat ik aansprekende voorbeelden had.
Spontaan riep ik in de werkkamer… dit waren de leukste BE-lessen van het jaar. Waarom?
- Omdat ik hier niet lesboer was (= eender welke bedrijfseconomiedocent had dit kunnen doen). Het maakte uit dat ik het was.
- Omdat het redelijk goed gelukt was om het Parijs-stuk een getuigenis te laten zijn. Bedoeld om een ander perspectief te laten zien. De keuze wat zij er mee doen bij hen te laten. En dat niet alleen in woorden, ook in gevoel.
Merk dat het makkelijker wordt om die ruimte te pakken, nu het voor mij steeds helderder wordt wat ik graag wil betekenen in het leven van die jonge mensen. Dat heb ik deze week nog in een LinkedIn post gezet.
Mijn voornemen, dat voornemen waarmee ik ook begonnen ben aan het docentschap, versterkte zich. Ik ga doen wat ik kan om ze fatsoenlijk daarop voor te bereiden. Om met hen de eerste stappen te zetten richting een “Life-Sustaining Civilisation”. Samen met hen zoeken naar de rol van de bedrijfseconoom/de accountant daarin.