Deze week voer ik de afrondende 3de jaars-stagegesprekken. Ik kijk tevreden terug.
Onderstaande flowchart geeft de procedure weer. Ik heb 2 echte wijzigingen in de procedure aangebracht sinds de vorige ronde. (De oude flowchart is met minimale inspanning aangepast = niet geheel volgens regels kunst)
- Een bouwplan (structuur) van het rapport na enkele weken inleveren en bespreken.
- Ik bied studenten aan een korte aanbeveling te schrijven hun LinkedIn profiel. Dit omdat ik het jammer vind dat mijn positieve ervaringen met studenten “in de kast verdwijnen”. Dit was voor een aantal studenten aanleiding om een profiel aan te maken.
Verder heb ik op een aantal punten andere keuzes gemaakt.
Dit keer heb ik de tijd en aandacht voor feedback toegespitst op de tussentijdse feedback (4/5). Mijn indruk: verhoogde leeropbrengst voor de student rondom rapportage-vaardigheden. En ik vond het fijn om te ervaren dat ze de uitgebreide feedback waardeerden/ er mee aan de slag gingen. (=goed voor energie). De opmerkingen bij het eindrapport waren dan ook minimaal. Wat hielp ook nog qua leeropbrengst:
- Bouwplan inleveren en bespreken aan het begin van de stage, sneller aandacht voor de structuur van het rapport.
- Het strikt sturen op een rapport dat antwoord geeft op een onderzoeksvraag met deelvragen, zorgt voor een mooie rode lijn in het rapport.
- En prettige bijkomstigheid: inhoudelijk interessanter om te lezen. Ikzelf heb van ieder rapport wel wat geleerd.
Als laatste de persoonlijke vaardigheden. Na de tussentijdse beoordeling door het bedrijf, vraag ik hen waaraan ze in de 2de helft willen gaan werken. (=sterke punten versterken of vaardigheden die ze missen gaan oefenen). Het verschil met vorige ronde zit in de nuance. Voorheen vroeg ik vooral naar hoe ze hun zwakke punten gingen verbeteren. Een mooi moment in zo’n afsluitend gesprek is toch altijd wel als we gaan inventariseren in hoeverre dat gelukt is 🙂
Ilse Meelberghs 5 juni 2013
Met zijn toestemming, hierbij de ervaringen van een student bij deze aanpak.
Gedurende mijn beroeps opleidende stage was mevrouw Meelberghs mijn docent begeleider. Tijdens het eerste kennismakingsgesprek op locatie vertelde zij over haar aanpak bij een stageverslag. Zij vraagt de student om het stageverslag op te bouwen rondom een mini-scriptie. Na verdere uitleg van haar vroeg zij mij om binnen een aantal weken een voorstel naar haar toe te sturen. In dit voorstel moest de structuur van de mini-scriptie staan, de hoofdvraag en de deelvragen (een soort van onderzoeksvoorstel).
Voor het inleveren van dit voorstel was ik genoodzaakt om mij te verdiepen in de structuur van een scriptie en hoe je een hoofdvraag inclusief deelvragen moet formuleren. Mevrouw Meelberghs ondersteunde mij hierbij door een aantal goede informatiebronnen toe te zenden.
Na het inleveren van mijn voorstel bij mevrouw Meelberghs had ik mij al dusdanig verdiept in het opstellen van een scriptie dat ik een erg duidelijk beeld hiervan had. Tezamen met de enkele lessen MTVO (Methoden en Technieken van Onderzoek) over het opstellen van de scriptie, is deze methode bij uitstek een erg goede manier om een student voor te bereiden op het maken van de scriptie.
Persoonlijk heb ik deze methode als zeer prettig ervaren. Doordat ik van tevoren een voorstel moest inleveren, was het schrijven van het stageverslag (mini-scriptie) aanzienlijk eenvoudiger. Daarnaast heb ik ervaren dat ook een stukje extra kennis wordt opgedaan, namelijk hoe je een scriptie moet opstellen (de basis kennis). Bij het opstellen van een “regulier” stageverslag reproduceer je als het ware je werkzaamheden op papier. Als bijkomend voordeel is het tevens zo dat het stage bedrijf meer heeft aan een mini-scriptie dan aan een verslag van de werkzaamheden.
Het maken van een mini-scriptie heb ik niet ervaren als een extra last, maar juist als een verlichting. Zoals eerder gezegd was het schrijven van het stageverslag aanzienlijk eenvoudiger.