Deze week was er een bijzonder moment tijdens het curriculumontwerpproces.
De groep accepteerde dat we, met het bouwen aan “communityleren”, een gebied ingaan waar nog geen kaart voor is. Een stap in het onbekende. Daarin is de een wat makkelijker dan de ander, ziet de een de toekomst helderder voor zich dan de ander. Er is gevoelde onzekerheid over of dit wel de enige juiste weg is. En dat alles is ok.
De eerste stappen in onbekend zijn wel gezet, met oa het kiezen voor het 7 fase communityleren model als basis. Het nadenken over het eigen aan de opleiding maken van het model. Het benoemen dat we kunnen bijsturen onderweg, door actief naar feedback te vragen, de eerste actie daarvoor is al gepland.
Datzelfde proces van twijfel/angst en acceptatie had ik een paar weken geleden al doorgemaakt. Toen ik me afvroeg of ik voldoende in het 7 fasen communitylerenmodel geloofde om het echt in te brengen in het curriculum. Wat als …..
- het is niet de enige weg naar mooier onderwijs.
- het is wel ruim voldoende onderbouwd door het vele studeren/experimenteren/reflecteren van de afgelopen jaren & het is gebaseerd op andere geaccepteerde modellen.
- ik heb voldoende vertrouwen in mijn kwaliteit van oordeelsvrij waarnemen. Een kwaliteit nodig om bij te kunnen sturen op basis van wat wil gebeuren, de feedback.
En dus zette ik stappen weg van de angst om te leiden.
Het staat in mijn boekje en dus is het waar, toch 🙂
En op wereldniveau speelt zich eigenlijk ook eenzelfde proces af. Zie onderstaande video. Het stappen in het zwart, dat deden we. Bij mij blijft hangen:
We have to believe in a more beautiful word in orde to serve it.
To the extent we believe in it, we can serve it.