Als docent een gastspreker uitnodigen, iemand uit je netwerk. Om dan vervolgens studenten in de zaal hebben zitten waarvan maar een deel luistert en er geen vragen zijn aan het einde. Ik zal niet zeggen dat het de nachtmerrie van mij als docent is. Blij word ik er niet van. Hetzelfde geldt voor casusuren. Uren waarin je je als docent beschikbaar stelt voor vragen en er niets komt. Zonde van de (onderwijs)tijd.
Voor kleine groepen lost zich dat wat makkelijker op. Ik heb dit jaar vaker een gast “in de kring gezet” met mijn studenten. Dat werkte prima. De casus ondernemingsplan in de propedeuse is andere koek. Dat zijn veel studenten. (ikzelf begeleidde 12 groepen, in het totaal waren het er 46).
Twee dingen zijn er prima gelukt. Die wil ik even delen en ook even “credit” geven aan de inspiratoren daartoe. En aan mijn mededocenten die die inspiratie mee hebben vormgegeven tot het iets was dat werkte voor ons.
De workshops:
Het maken van de omzetschatting en het kloppend krijgen van de eindbalans zijn twee onderwerpen die standaard als moeilijk worden ervaren.
Ik heb workshops ingepland op de tijdstippen waarop ik dacht dat “de nood het hoogst zou zijn”. Op het bord tijd/plaats bekend gemaakt. En me niet voorbereid.
Op het moment zelf heb ik:
- Me verbaasd over de hoeveelheid studenten die aanwezig waren.
- Gevraagd wat ze kwamen leren.
- Eerst de studenten die al ver waren laten vertellen wat ze al hadden.
- Hun geholpen “het probleem” op te lossen.
- Vervolgens onduidelijkheden voor de rest van de groep uit de weg geruimd.
- Studenten gaven aan voldoende te hebben om verder te kunnen.
De gastspreker
We hebben voor ons ongebruikelijke keuzes gemaakt.
- De gastspreker was ingepland op de laatste dag van de drie.
- In overleg met de spreker is gekozen voor 4 sessies. Hij gaf voorkeur aan interactie boven minder sessies (= grotere groepen)
- Per groep was aanwezigheid van 2 studenten verplicht. Dat betekent dat de helft mocht kiezen iets anders te doen. En de studenten die er waren hadden daar dus ook voor gekozen.
De inhoud van de presentatie was:
- Voor een deel herhaling/bevestiging van het nut van het geleerde door iemand uit de praktijk.
- Voor een deel tip en tricks die ze kunnen gebruiken voor de mondelinge presentatie van hun plan volgende week.
- 30 minuten gevuld, 10 minuten voor vragen.
Ik was er niet bij (ik zat druk te beoordelen). Ik hoorde wel terug dat de studenten aandachtig geluisterd hadden en goeie vragen stelden. En de studenten, die gaven aan dat het heel nuttig was en vroegen: “waarom niet in het begin”. Toen ik dat uitlegde bevestigden ze dat dat inderdaad wel zo werkte.
En dus komen we bij de inspiratoren van deze keuzes.
Vooraf heb ik in een vroeg stadium met studenten over de drie dagen gesproken. Over gastsprekers in het begin zei eentje: “als je aan zo’n casus begint, wil je helderheid wat je moet gaan doen en gewoon beginnen. Geen lange introducties”. Een ander gaf aan meer te leren van gastsprekers als je al een tijdje intensief gewerkt hebt rond een onderwerp. En dat is dus gedeeltelijk de achtergrond van de gemaakte keuzes over tijdstip en invulling van de gastspreker.
Waarom vroeg ik nou die studenten zo vroeg en maakte ik nog wat andere keuzes. Daarvoor is de basis dan weer gelegd bij Edcamp en Edushock.
Tijdens Edcamp waren er een paar “ontdekkingen” die hierop betrekking hebben:
- Gaaf zoals die mensen onvoorbereid een goeie workshop verzorgen
- Leuk als je zelf kan kiezen wat je wil leren.
- Studenten heel vroeg betrekken anders is het jouw product, niet van samen.
- “t Hoeft niet lang te zijn om waardevol te zijn. Sessies op Edcamp duren 25 minuten.
Tijdens Edushock werd verteld over Smartclasses. Ik pikte op:
- Je geeft aan aan welke instructie behoefte is. Briefjes worden opgehangen wanneer die doorgaan. En die instructie wordt dan geboden door leerling of docent.
Zo, en daarmee zie je maar dat informeel leren binnen een half jaar kan leiden tot verandering van je onderwijsprogramma.